Een meisje genaamd Jung-min schrijft aan een jonge man genaamd Hyun-jun, die in het leger dient. Ze liegt over haar leeftijd en beweert lerares te zijn. Als Jung-min twintig wordt, verhuist een 30-jarige man met ogen vol verdriet naar haar dorp. Elke nacht stuurt hij brieven via een duif naar een overleden vrouw van wie hij veel hield. Hij stuurt ze hoog de lucht in, wetende dat hij nooit antwoord zal krijgen. Dan ontvangt hij op een dag, als bij toverslag, een brief. De brieven die via duiven worden verzonden, onthullen iemands eenzaamheid en verdriet. En de twee mensen ontmoeten elkaar bij toeval.